Ingrediënten voor 2 personen 2 personen
- een grote hand vol jonge brandnetelblaadjes
- 1 1 ui
- 60 gr 60 gr boter
- ½ liter ½ liter groentebouillon
- 200 gr 200 gr risottorijst
- 1 1 glas witte wijn
- 50 gr 50 gr geraspte parmezaan
Benodigdheden:
- tuinhandschoenen
- snoeischaar
- staafmixer
Een aantal jaar geleden waren we op vakantie in Toscane. We bezochten daar de ruïne van het klooster van San Galgano en gingen uit eten bij het restaurant met uitzicht op de ruïne. Een geweldig romantisch gezicht: de glooiende heuvels met daar bovenop de ruïne die prachtig verlicht werd terwijl de zon achter de heuvels verdween.
De serveerster sprak geen Engels en er was geen internet bereik. Op het Italiaanse menu stonden veel lekkere dingen, maar ook dingen die we niet begrepen. We besloten te vragen wat ze aan zou raden.
Ze wees meteen naar de ‘Risotto alle ortiche’ dat was ‘heeeel erg lekker’. Marijn vroeg in het Italiaans wat ‘ortiche’ betekende, met grote gebaren wees ze naar de tuin dat om het restaurant lag. Het antwoord in het Italiaans was niet te volgen, maar we wisten nu dat het vers uit de tuin kwam. Even later kregen we een groen bord risotto en wisten nog steeds niet wat het was, maar we wisten wel dat ze gelijk had: het was heel erg lekker.
Later in dezelfde vakantie kwamen we er achter wat het was toen we een Toscaans kookboek kochten: brandnetelrisotto! Schijnbaar een typisch Toscaans gerecht.
Nu zijn we thuis zelf het avontuur aan gegaan en togen wij met een snoeischaar naar het park om de hoek. Toch best spannend, zou het echt niet prikken na het koken? Maar nee hoor: probleemloos én hartstikke lekker, net zoals die eerste keer in Toscane.
Bereiding
- Handschoenen aan! Zoek brandnetels bij je in de buurt en knip een grote bos af. Je wilt alleen de kleinere, jonge blaadjes gebruiken en niet de grote joekels, dus je hebt aardig wat stengels nodig. Let op: niet te laag afknippen! Je weet nooit of er een hond is langs geweest….
- Pluk de kleine jonge blaadjes van de stengels af tot je een grote hand vol hebt. Let op dat je geen harde delen meeneemt. De rest van de stengels en bladeren kun je weggooien.
- Spoel de blaadjes grondig af in een vergiet. Blancheer ze 40 40 seconden in kokend water met een snufje zout en laat goed uitlekken. Pureer de blaadjes fijn met een staafmixer of in de keukenmachine. Zet apart. Het prikt nu niet meer en je kunt het veilig eten.
- Snipper de ui zo fijn mogelijk.
- Smelt de helft van de boter in een pan tot hij bruin is. Leg de andere helft terug in de koelkast. Zet de pan op een zo laag mogelijk vuur en voeg de ui toe. Fruit deze 5 5 minuten maar laat hem niet verkleuren.
- Verwarm ondertussen de groentebouillon tot net onder het kookpunt en houd warm.
- Voeg de risottorijst toe aan de ui en draai het vuur naar middelhoog. Bak de rijst aan totdat je hem hoort ‘poppen’.
- Giet het glas witte wijn erbij en breng aan de kook. Roer goed om tot de rijst alle wijn heeft opgenomen.
- Doe een soeplepel bouillon erbij en blijf roeren tot de rijst het vocht heeft opgenomen. Zorg wel dat het de bouillon licht bubbelt, de rijst moet immers gekookt worden. Voeg de laatste 5 5 minuten van de kooktijd de brandnetelpuree toe. Ga zo door tot de risotto beetgaar is.
- Snijd de andere helft van de boter in blokjes. Zet de risotto op een zo zacht mogelijk vuur en roer de boter met een houten lepel blokje voor blokje door de risotto. Flink stevig roeren!
- Rasp de parmezaanse kaas en weer stevig roeren tot een egale massa.
- Breng op smaak met versgemalen peper, eventueel zout en nog wat krullen parmezaanse kaas.